Over criminele kleutertaal, wegkijkgedrag en grove borstels
20 oktober 2020 door Marc Peeters

Het verzamelde weldenkende journalistenheir zwijmelt, kwijlt en knort van genoegen. De kakelverse federale regering heeft de gewenste samenstelling: paarsgroenoranje, politiek correct, belgicistisch, staatkundig behoudsgezind, vaandeldrager van het beruchte Belgische compromis, dat alles verzwelgt, een Bermudadriehoek van socialisten, liberalen en groenen, met hier en daar christendemocratische stippen. Maar vooral, de vermaledijde N-VA, bevolkt door de verfoeilijke Vlaams-nationalisten, maakt er geen deel van uit. De bekrompen Vlaamse identiteit mag immers de gloed van de Belgische illusie en de Europese utopie niet in de weg staan, en vooral geen bedreiging vormen voor de machtsbastions van de traditionele partijen, stevig verankerd in de federale administraties en overheidsbedrijven.
De ‘nieuwe politieke cultuur’ smaakt evenzeer naar azijn als overjaarse beaujolais nouveau, het is vintage Guy Verhofstadt. Het is de luchtbel die de kloof tussen burger en politiek moet dempen. Voor de huidige regeringspartijen zijn ‘democratische vernieuwing’ en ‘ethische politiek’ niet meer dan de zoveelste schaamlapjes om het wortelen van hun eigenbelang aan het publieke oog te onttrekken. In werkelijkheid willen ze de particratie versterken, minstens bestendigen, de totale politisering van alle geledingen van ons overheidsapparaat. ‘De echte macht is verschoven van het parlement naar de ministeriële kabinetten, die aan elke democratische controle ontsnappen. Onderzoek toont aan dat 60 tot 70% van de totale personeelsbestanden van partijen uit kabinetsleden bestaan. Niet verwonderlijk dat partijen over elkaar struikelen om in een van de vele regeringen te raken. De media besteden daar onrustwekkend weinig aandacht aan. Zo kunnen kabinetten onder de radar opereren, terwijl ze de politieke marsroute van ons land aangeven. De burger heeft geen enkele garantie dat de mensen die in de cockpit van de democratie zitten de nodige expertise en integriteit hebben (Thibault Viaene, lid van de denktank Vrijdaggroep in De Standaard 16/10/2020).
Om met opgestoken middelvinger het goede voorbeeld te geven, is de regering-De Croo gestart met 69 kabinetsleden meer (9%) dan het maximum onder de vorige regering. Blijkbaar beschouwt ze de Belgische ambtenarij (de ‘civil servants’) als zwak, incompetent en politiek onbetrouwbaar. Op alle ministeriële kabinetten samen zullen zo maar even 838 inhoudelijke en uitvoerende medewerkers aan de slag zijn. Kabinetten bevatten een partijpolitieke hofhouding die weinig of geen tegenspraak duldt. Er werken soms briljante geesten, maar evengoed middelmatige creaturen. Ze zijn vooral met de korte termijn bezig en meer met eigen partijpolitiek dan met beleid. De belastingbetaler draait op voor de rekening. Hij of zij labeurt aan de bron waaraan de partijen zich rijkelijk laven. ‘What’s new pussycat?’ Nu we het toch over rekeningen hebben, de regeringspartijen blijven zichzelf bedienen van het voorrecht om hun ontslagnemende ministers en staatssecretarissen uit de vorige regering de komende regeerperiode elk twee voltijdse medewerkers toe te kennen. De hulpjes (m/v) werken als chauffeur, klusjesman of manusje-van-alles voor de partij, uiteraard nogmaals betaald door de citroengele belastinglijder, die ook al opdraait voor de riante partijdotaties. ‘Ezeltje strek je’. Nog eentje om het af te leren. Mister Chagrijn himself, Kris Peeters, de ex-MP en ex-VP, maar vooral ‘Grote Gefrustreerde’, verlaat begin volgend jaar het zinderende Europees woon-zorgcentrum, beter bekend als Parlement. Hij is voorgedragen om ondervoorzitter te worden van de Europese Investeringsbank, een postje dat een vet salaris schuift en niet te versmaden voordelen van alle aard. De ‘nieuwe politieke cultuur’? Verschaalde oude wijn in peperdure nieuwe zakken.
In ‘Nieuwe feiten’ op Radio 1 (09/10/2020) merkte NOS-correspondent Sander van Hoorn op dat premier Alexander de Kleine de brave burgers wel degelijk als kleuters behandelt door in zijn communicatie stelselmatig herhalingen te gebruiken alsof zijn toehoorders onwetend zijn of traag van begrip.
Het sars-CoV-2-virus manifesteert zich intussen opnieuw voluit, zoals overigens te vrezen en te verwachten viel in deze periode van het jaar. Grote Smurf Alexander De Croo in De Standaard van 10/10/2020: ‘We hebben het in onze eigen handen. Een regering kan communiceren, regels uitvaardigen en handhaven. Maar uiteindelijk, los van de regel van vier, moet iedereen zijn gezond verstand gebruiken. We kunnen niet alles reguleren. Als je mensen behandelt als kleuters, gedragen ze zich ook als kleuters.’ No kidding! Really? In ‘Nieuwe feiten’ op Radio 1 (09/10/2020) merkte NOS-correspondent Sander van Hoorn op dat premier Alexander de Kleine de brave burgers wel degelijk als kleuters behandelt door in zijn communicatie stelselmatig herhalingen te gebruiken alsof zijn toehoorders onwetend zijn of traag van begrip. Daarbij hanteert hij een betweterig toontje uit de schooltelevisie van de vorige eeuw. Hij wordt in die toonzetting met verve bijgetreden door minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke die zich van een soort tussentaal bedient waarvan hij denkt dat de modale Vlaming ze spreekt in huis, tuin, keuken of café. Deze eminente minister van Staat was tot voor kort professor aan de universiteiten van Amsterdam, Antwerpen en Leuven. Bezigde hij dat taaltje ook daar? Of zijn de eindeloze soaps ‘Thuis’ en ‘Familie’ zijn favoriete televisieprogramma’s? Neerbuigendheid is natuurlijk zijn handelsmerk. Met opgeheven neus en trillend vingertje. Pretentie.
Op smartphonebeelden is klaar en duidelijk te zien hoe studenten op donderdagavond 08/10/2020 de coronavoorschriften grandioos aan hun laars lapten op de Oude Markt in Leuven. Terwijl er overal surveillancecamera’s hangen, is er van enig politieoptreden niets te merken. In de publieke ruimte is het handhavingsbeleid tegenover individuen streng, maar tegenover grote groepen schoorvoetend tot onbestaande. Een kwestie van durf? Na zeven maanden en een felle eerste covid-19 golf staat het virusbestrijdingstraject nog steeds niet op punt: screening, frequent testen (vooral zorgpersoneel en leerkrachten), bronopsporing van de besmetting (superverspreiders, megaclusters en clusterketens, naar Japans voorbeeld), contactopvolging (ondersteund door Coronalert-app), isoleren (quarantaine, hotspots afbakenen), handhavingsbeleid door effectieve controle. Geen van die stadia functioneert optimaal. ‘20% van de mensen is verantwoordelijk voor 80% van de besmettingen’ (microbioloog Herman Goossens in ‘De Afspraak’ op Canvas 12/10/2020). In de boodschappen van de overheid blijft het we-syndroom heersen: ‘we moeten met zijn allen, samen, de veiligheidsmaatregelen volgen, tous ensemble’. Burgerzin en gezond verstand, jawel. In steden met een veelheid aan nationaliteiten (185 in Brussel alleen) blijkt dat een onmogelijke opgave. Vooral in de gesloten gemeenschappen met een migratie-achtergrond waar integratie nooit een aandachtspunt was, laat staan een vereiste. Met als resultaat dat zelfs Frans of Nederlands, officiële landstalen in België, daar niet worden gesproken of verstaan. De schotelantennes staan afgesteld op vooral Marokko en Turkije, boodschappen van de Belgische overheid dringen vrijwel niet door. Op de website van bv. de stad Antwerpen kan je de coronavirusinfo raadplegen in het Engels, Pools, Arabisch, Spaans, Farsi, Turks, Russisch, Roemeens en Bulgaars, naast uiteraard het Nederlands, Frans en Duits. Een lovenswaardig initiatief, wordt het ook gehonoreerd? Opmerking in de marge, blijkbaar hebben Italianen, Grieken, Portugezen, Chinezen en Indiërs zich wel voldoende geïntegreerd om ze niet in hun eigen taal te moeten aanspreken…
De Belgische samenleving betaalt de rekening van het decennialang pamperen en wegkijken door opportunistische, meestal paarsgroenlinkse politici met een paternalistische instelling. In Brussel hebben ze allen summa cum laude het examen van onbekwaamheid afgelegd, waarna ze tot satraap zijn benoemd in gewest of gemeente. Ze houden onze medeburgers met migratieroots (hun kiezersbestand) liever in een kwetsbare, afhankelijke positie dan hen aan te sporen volwaardig deel uit te maken van een open, diverse, verdraagzame maatschappij waarin de rechtsstaat primeert op afkomst, religie, gender, sociale of financiële status, waarin er naast rechten ook plichten bestaan en inspanningen worden beloond naar verdienste (meritocratie). Gettovorming en slachtoffercultuur staan haaks op deze opvatting en verhinderen de doorstroom èn acceptatie van essentiële informatie. Vandaag kunnen we jammer genoeg enkel constateren dat het sars-CoV-2-virus vooral hevig woedt in Brusselse gemeenten als Sint-Jans-Molenbeek, Koekelberg, Sint-Agatha-Berchem, Ganshoren en Anderlecht-Kuregem (bron: Sciensano). Brussels Ecolo-minister van Volksgezondheid Alain Maron is evenwel geen voorstander van frequente coronatests. Volgens hem zijn ze ‘slecht voor het milieu en zorgen ze voor veel afval’ (Brussels Parlement 14/10/2020). Nochtans testte 22,5% van de Brusselaars vorige week positief. Bestaat er een Nobelprijs voor gebrevetteerde dwaasheid? In sinjorenstad Antwerpen situeren de besmettingshaarden zich in de districten of wijken Borgerhout (Peperbus), Deurne-Noord, Dam, Seefhoek en Stuivenberg (bron: Zorgatlas Vlaanderen). Het probleem benoemen en direct aanpakken door die gemeenten of wijken naar Chinees, Duits of Madrileens model tijdelijk af te grendelen van de buitenwereld, is een huizenhoog taboe. Het riedeltje luidt ‘sensibiliseren, niet sanctioneren’. Liever generieke, collectieve verordeningen dan doelgerichte, specifieke, fijnmazige. Liever de grove borstel dan de fijne kam. ‘Wij’, niet ‘zij’ want dat is ‘polariserend en stigmatiserend’.
Hebben ‘zij’ eigenlijk al echt de mantra gehoord van sociale contacten beperken, voldoende afstand houden, handhygiëne, mondmaskers, adequate ventilatie van binnenruimtes? Het valt toch wel te betwijfelen of dat gedragspatroon is aangeslagen, zeker in een risicovolle omgeving: besloten plekken (bv. gebedshuizen, shishabars), dichtbevolkt, kleinbehuisd, nauwe contacten. Wat trouwens met de ruim 150.000 sans-papiers (uitgeprocedeerde asielzoekers en transmigranten) die volgens Caritas International in Brussel en wijde omgeving zouden rondzwerven of ondergedoken leven in tal van kraakpanden? Twijfel over enig verstand tout court geldt ook voor een groot aantal jongeren en studenten die je-m’en-foutisme koesteren als een keurmerk. Uit studies blijkt dat het aantal sociale contacten maximaal is bij oudere tieners en jonge twintigers. ‘Na ons de zondvloed’ is het motto. Ze zijn jong en ze willen wat. Dus feesten maar! Het draagvlak voor de coronamaatregelen is gesmolten als sneeuw voor de zon. De geloofwaardigheid is veelal louter nog een plas water. Moedeloosheid regeert. Binnenkort opnieuw roekeloze vakantiegangers in de skigebieden? Nadien carnavalvierders? Volgens viroloog Marc Van Ranst (who else?) evolueert België naar de wereldtop inzake nieuwe besmettingen per 100.000 inwoners. Volgens de internationale statistieken, door onze staatsmedia genegeerd, staat België al lang bovenaan alle rangschikkingen. We moeten ergens onze gouden medailles halen. Het gebrek aan handhavingsbeleid van de sanitaire voorschriften is vergelijkbaar met het gebrek aan terugkeerbeleid in de asiel- en migratieproblematiek. Ook daar mangelt het aan dezelfde daadkracht, dezelfde moed, hetzelfde doorzettingsvermogen. Beperking van de instroom van asielzoekers en kordate bekamping van de illegale migratietrafiek, daadwerkelijk terugkeerbeleid via gesloten opvangcentra, bevordering van reguliere arbeidsmigratie, tijdelijke opvang van erkende vluchtelingen (naar Deens model). Ook dat traject is niet meer dan een glibberig pad in de jungle. Het loopt langs regelgeving, rechtspraak en niet-gouvernementele organisaties die liever obstakels opwerpen dan deel uit te maken van de oplossing, bv. het terugdringen van de mensensmokkel.
‘Gouverner, c'est prévoir ; et ne rien prévoir, c'est courir à sa perte’ (Emile de Girardin ‘La politique universelle’). De bestrijding van de coronacrisis door wijlen de regering-Wimès was lamentabel: manifest gebrek aan voorzorg, een jojobeleid, warrige communicatie. Virologen en epidemiologen lieten zich al te gewillig inkapselen en gebruiken als woordvoerders in plaats van systematisch het wanbeleid aan de kaak te stellen. Het hilarisch hoogtepunt waren de zes ministers bevoegd voor de bestelling en verdeling van mondmaskers. Een klucht. De ‘Pano’-uitzending ‘De Grote Maskerade’ op Canvas dd. 07/10/2020 was in dat opzicht om het eufemistisch uit te drukken, ontluisterend. Verbazend toch hoe weinig deining de ontmaskering veroorzaakte in parlement (Jean-Marie Dedecker uitgezonderd) en geschreven pers. Bij het bekijken van de reportage strijden golven van verontwaardiging en machteloze woede om de overhand. De attitude van ex-minister van Volksgezondheid Maggie De Block is werkelijk onuitstaanbaar. In Pano meesmuilde ze dat als ze zelf verantwoordelijkheid moest opnemen voor elke operationele actie, ze evengoed de ‘kazernes kon gaan dweilen’. Waarbij ze verwees naar de laatste opslagplaats van 5 miljoen FFP2 en 22 miljoen chirurgische mondkapjes, in haar opdracht verbrand, maar nog perfect bruikbaar, zoals uit de reportage bleek met enkele gerecupereerde exemplaren. Mega Maggie wuift elke rekenschap voor het debacle met het levensreddend medisch materiaal vol minachting weg, ‘het is wat het is’. In ‘De Afspraak’ op Canvas van 08/10/2020 omschreef wetenschapsfilosoof Maarten Boudry haar als ‘een schrikbarende combinatie van incompetentie en zelfoverschatting’. Puntgaaf. Raak. Haar achtbare collega in de Vlaamse regering, minister van Welzijn Wouter Beke, wentelt zich dan weer in Calimero-zelfbeklag om zijn nefast uitstelgedrag (procrastinatie in vakterminologie) te verrechtvaardigen. Voor hem zijn administratieve protocollen en procedures belangrijker dan alert remediëren aan een situatie die oversterfte van bejaarden in woon-zorgcentra tot gevolg heeft. Voor zowel Mega Maggie als Weifelende Wouter geldt de kwalificatie ‘schuldig verzuim’ (‘criminal negligence’ in het Engels), maar wee de journalistieke onverlaat die dat durft te affirmeren. Zijn of haar nieuwsbronnen in de Wetstraat drogen op, verbanning door de politieke kaste dreigt.
Het Overlegcomité met de federale topministers en de ministers-presidenten van de gewesten en gemeenschappen, heeft op 16/10/2020 een reeks nieuwe, strenge coronamaatregelen afgekondigd. Ze zijn van kracht sinds 19/10/2020 en gelden voor één maand, voor het hele land. Cafés en restaurants moeten vier weken sluiten. Na twee weken wordt de maatregel geëvalueerd, mogelijk kan de sluiting dus nog verlengd worden. Matthias De Caluwé, ceo van sectorvereniging Horeca Vlaanderen, sprak terecht van een ‘gitzwarte vrijdag’ en ‘een dolk in het hart’. ‘Dit komt onwaarschijnlijk hard aan. Als er geen bewijzen zijn voor meer besmettingen in de horeca, voelt dit aan als een onrechtvaardige beslissing’ (Matthias De Caluwé in VTM Nieuws 16/10/2020). Er is inderdaad geen empirisch bewijs dat cafés en restaurants een broeihaard zijn van sars-CoV-2. Uit cijfers van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid blijkt dat de horeca als mogelijke besmettingsbron maar 5,7% uitmaakt. Japanse studies wijzen de horeca aan als verantwoordelijk voor 16% van alle clusters van besmettingen. Het is bovendien relevant onderscheid aan te houden tussen hotels, restaurants en cafés. Dat onderscheid is vastgelegd in van elkaar verschillende vergunningen, zoals bij ministerieel besluit van 08/10/2020 nogmaals gedefinieerd door de nieuwe federale minister van Binnenlandse Zaken, Annelies Verlinden. ‘Als een restaurant de richtlijnen nauwgezet volgt, is de specifieke risicofactor ‘horeca’ zeer beperkt’, dixit Niel Hens, hoogleraar biostatistiek (UAntwerpen/UHasselt). ‘Er is dus weinig extra risico als je met je gezin uit eten gaat.’ Steven Van Gucht, hoofd virologie bij Sciensano, voegt daaraan toe: ‘Ik denk ook niet dat de horeca de motor is van de besmettingen, maar hij draagt wel bij. Dit is het moment waarop je op verschillende knoppen moet duwen, en helaas zit de horeca daarbij. De cijfers zijn van die aard dat je duidelijke beslissingen moet nemen, en niet kunt kiezen voor te veel nuance. Na de piek moeten we opnieuw meer differentiëren tussen die horecazaken waar het echt veilig is, en andere die het niet nauw nemen met de regels’ (De Standaard 17/10/2020). Van nuancering is geen sprake, ook niet van het vermijden van broodroof die maar gedeeltelijk wordt gemilderd door het overbruggingsrecht, hinderpremies, tijdelijke werkloosheid, kwijtschelding van sociale bijdragen, compensatie voor omzetverlies (10% van de omzet in dezelfde periode in 2019, met een maximum van 11.250 euro voor kleine bedrijven en 22.500 euro voor grote met minstens 10 werknemers). Van respect voor de inspanningen en investeringen van vooral de restaurants, maar ook van de grote cafés en zelfs bruine kroegen, is weinig of niets te bekennen. Een erg bittere pil om te slikken. Horeca Vlaanderen en haar Waalse collega winnen juridische informatie in om na te gaan of de beslissing tot sluiting wel legitiem is, geschikt, noodzakelijk, evenredig en conform het gelijkheidsbeginsel (cf. de Raad van State).
Het rapport dat aan de basis ligt van de sluiting, is opgesteld door Erika Vlieghe, GEES-voorzitster en infectiologe UAntwerpen. Ze komt tot de conclusie dat de nodige voorzorgsmaatregelen tegen de verspreiding van het virus (mondmaskerplicht, afstand houden) ‘intrinsiek incompatibel zijn’ met ‘de typische activiteiten in een restaurant (eten/drinken, (luid) praten, dicht bij elkaar zitten)’. ‘Maskers zijn niet compatibel met eten en drinken. De afstand tussen mensen aan een tafel is doorgaans minder dan één meter, zeker in cafés (waar de consumptie van alcohol leidt tot minder sociale inhibities). En in de binnenruimtes van horecazaken kan de kwaliteit van de luchtventilatie erg variëren’, klinkt het. Dat is alvast niet de ervaring van uw knorrige brombeer en zijn eega in de 12 restaurants die ze de afgelopen weken met plezier hebben bezocht (sommige meermaals). Zou de geachte professor wat last hebben van wereldvreemdheid? Ze scheert alle restaurants en cafés over dezelfde kam alsof haar stamcafé aan het Antwerpse Zuid de referentie is. De horeca telt 61.000 ondernemers en families. Daarachter zit nog een keten van toeleveranciers uit de voedingsindustrie. Het doemscenario van toenemende faillissementen is acuut. De onzekerheid veroorzaakt door horecazaken te sluiten, weer te openen en omgekeerd, is moordend. Wat met hun voorraden? De uitbaters lijken wel poppen aan een jojotouwtje. De klanten ondersteunen graag hun favoriete zaken, maar ook zij verkeren nog maar eens in het ongewisse. Opnieuw hanteert de federale overheid uit radeloosheid en gemakzucht de botte bijl onder het mom van bestuurskracht. De Vlaamse regering, in het Overlegcomité vertegenwoordigd door minister-president Jan Jambon en minister van Economie, Innovatie en Werk, Hilde Crevits, staat erbij en kijkt ernaar. Op geen enkel moment is ze in staat een vuist te maken tegen disproportionele, unfaire maatregelen van de federale regering. Diens doorluchtige minister van Volksgezondheid Frank de Zedenmeester situeert het probleem vooral in Wallonië en Brussel, ‘waar de gezondheidstoestand de slechtste en meest gevaarlijke van Europa is en we dicht bij een tsunami zitten’ (RTL-TVi 18/10/2020). Maar ook in Vlaanderen gaat het verkeerd. Wat te verwachten en te voorzien was. Op 28 juli 2020 stelde Antwerps burgemeester en N-VA voorzitter Bart De Wever dat de verscherpte maatregelen die toen van kracht werden in zijn stad en provincie (‘een lockdown light’ zonder sluiting van de horeca) ook Brussel en andere grootsteden dienden te inspireren. Brussels minister-president Rudi Vervoort wees dat naar slechte gewoonte hautain van de hand. Volgens hem zocht De Wever ‘een zondebok om de aandacht af te leiden’. Vandaag zingt vadsige koning Vervoort een ander, heel wat lager deuntje, maar neemt hij geen aansprakelijkheid voor zijn elementair gebrek aan voorzorg.
Vier op de tien cafés en bars in het Vlaams Gewest waren financieel gezond voor de coronacrisis, maar zitten nu in zware problemen. Een maand de deuren sluiten, vergroot die groep naar 45% van alle cafés.
Uit een studie die de bedrijfsdata-expert Graydon maakte op vraag van zakenkrant De Tijd blijkt dat de horecasluiting de Vlaamse caféwereld zwaarder treft dan de Brusselse. Vier op de tien cafés en bars in het Vlaams Gewest waren financieel gezond voor de coronacrisis, maar zitten nu in zware problemen. Een maand de deuren sluiten, vergroot die groep naar 45% van alle cafés. In Vlaanderen hebben alle cafés en bars samen 88 miljoen euro extra kapitaal nodig om weer gezond te worden. Na drie maanden sluiting zou dat 163 miljoen euro worden, leren de simulaties van Graydon. Voor restaurants is de berekening moeilijker te maken, omdat ze gedeeltelijk kunnen voortdraaien op afhaalmaaltijden. Dat kost omzet en vaak ook winstmarge, maar een raming is lastig. Vlaams minister van Justitie en Toerisme Zuhal Demir tweette na de beslissing van het Overlegcomité: ‘Een nieuwe uppercut voor onze Vlaamse toeristische sector en horeca. Ik krijg dit niet uitgelegd’. Ook Bart De Wever heeft weinig begrip voor de beslissing van het Overlegcomité: ‘Wij hebben duizenden zaken in de horeca, die allemaal zwarte sneeuw zien. Ik betreur de sluiting van de restaurants heel erg, voor mij had dat niet gemoeten. Cafés en feestzalen, daar discussieer ik niet over. Maar restaurants, dat geloof ik persoonlijk niet. Ik ben in contact met veel restauranthouders. Ik voel dat de verontwaardiging groot is, en dat men de legitieme vraag stelt: ‘Waarom hebben we al die investeringen en al die moeite gedaan? Net nu we opnieuw beginnen te draaien, krijgen we de kous op de kop, terwijl niemand kan aantonen dat we een haard van infecties zijn.’ Ik geloof dat ook niet: ik ga wel eens op restaurant, en zie hoe zorgzaam ze dat doen. Het is dood- en doodjammer’ (VRT NWS 18/10/2020). Heel juist, maar wat belet de N-VA excellenties in de Vlaamse regering dan het been stijf te houden en zich binnen hun bevoegdheden (eindelijk) te verzetten tegen dergelijke oekazes van de federale regering? Op de kap van de horeca willen zalvende De Croo en predikende Vandenbroucke getuigen van sturm-und-drang en zich zo onderscheiden van hun desastreuze voorgangers Wilmès en De Block, de nevenschade counteren ze met ingestudeerde empathie. Het wordt tijd dat de N-VA (in parlementair zetelaantal nog steeds de grootste partij van Vlaanderen) echt kleur bekent. Je kan niet van het ene been op het andere blijven dansen: systeempartij of anti-systeempartij, quid? ‘Changing the system from within’ is de partij en haar voorzitter tot nader order niet gelukt.
De langverwachte deus ex machina, de coronabarometer, is er nog altijd niet, maar in deze hoogste alarmfase is hij irrelevant. Coronacommissaris Pedro Facon werkt nog aan de ‘protocollen’. Volgens Maarten Vansteenkiste, motivatiepsycholoog UGent en lid van corona-adviesorgaan Celeval, hebben premier Alexander De Croo en minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke hun boodschap ‘authentiek, empathisch, vertrouwenwekkend, motiverend en zeer helder gebracht, daarvoor verdienen ze alle lof’ (Het Nieuwsblad 16/10/2020). Het is maar aan welke kant van de (financiële) barrière je staat natuurlijk. Politici, ambtenaren, academici, journalisten korten niet in op hun salaris, de getroffen ondernemers en werknemers wel. Professor Frank heeft benadrukt dat de overheid ‘diep in de geldbuidel zal tasten’ om de horeca te ondersteunen. In de geldbuidel van de belastingbetalers wel te verstaan. Uiteraard is de regeringscommunicatie in alle opzichten beter dan het oeverloze gebazel van Sophie Wilmès. Uiteraard is het, net zoals in andere Europese landen die misplaatst eigenzinnig het Aziatische voorbeeld niet volgen, noodzakelijk decisief in te grijpen om de exponentiële toename van covid-19 in te dijken en de ziekenhuizen (intensieve zorg) niet in de problemen te brengen. Alleen kan dat optreden doelgerichter en zonder een economische bedrijfstak als de horeca (incluis zijn sociale functie) volledig in het gedrang te brengen. Meer anticipatie en minder post factum reageren is ook geen overbodige luxe. We leven nu in een angstcultuur die het maatschappelijk leven ontwricht. De staatsomroepen brengen dag in, dag uit kommer en kwel, vooral in de televisie-journaals. Er is veel aandacht voor jammerklachten, maar te weinig voor de effectiviteit van de behandeling van covid-19 patiënten in de ziekenhuizen. Welke antivirale geneesmiddelen en welke technieken zetten zij in? Wat is daarvan de succesratio? Wat bevordert genezing? Hoe ver staan we nu echt in de wereldwijde zoektocht naar vaccins? Wat is een realistisch tijdsverloop vooraleer ze op grote schaal beschikbaar zijn? Meer perspectief op verbetering, meer oog voor oplossingen. Niet enkel in duidingsprogramma’s, maar vooral in de radio- en televisie-journaals. Dat werkt ongetwijfeld meer motiverend en spoort aan om de huidige sanitaire veiligheidsvoorschriften na te volgen. De volgende illustraties schetsen de positie van België in Europa en de wereld wat covid-19 besmettingen aangaat:
In Europa staat België eenzaam bovenaan het aantal overlijdens per miljoen inwoners. Wereldwijd bekleedt ons land de tweede plaats na Peru. Dit is hoe het buitenland naar België kijkt, maar wat onze staatsomroepen nauwelijks aan bod laten komen. We hollen voortdurend achter de feiten aan. Horen, zien en zwijgen. Hoogstens wat fluiten in het donker. De maatregelen om covid-19 in te perken, treffen bovendien vrijwel altijd de vlijtige mieren terwijl de losbandige krekels hun gang blijven gaan. Klap op de vuurpijl, bij een virusuitbraak moet iedereen zonder onderscheid op de blaren zitten, tous ensemble weet u wel. Blinde willekeur heet zoiets. De overheid dempt systematisch de put als het kalf zo goed als verdronken is. Coronacommissaris Pedro Facon, tevoren directeur-generaal gezondheidszorg bij de federale overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid en van 2014 tot 2017 kabinetschef gezondheidszorg bij toenmalig minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken Maggie De Block, zegt over de tweede coronagolf die over ons land raast, in De Tijd van 20/10/2020: ‘Deze versnelling zien we in de meeste Europese landen en ze was ook voorspeld. Iedereen wist dat ons een moeilijke herfst en winter wachtten. Wel is de heropflakkering er sneller gekomen dan gedacht, ook al werden we in de zomer al eens gewaarschuwd. Er waren toen heel wat nieuwe besmettingen, vooral in Antwerpen, maar ook in Brussel. In Antwerpen zijn toen erg ingrijpende maatregelen genomen en is de curve van het aantal besmettingen naar beneden gegaan. In Brussel is toen minder fors ingegrepen en de ontsporing van de voorbije weken vindt daar voor een deel haar oorsprong… Die ontspoorde situatie is voor een stuk beleidsfalen en daarom is het goed dat de nieuwe regering ernstige nieuwe maatregelen heeft genomen… Een van mijn ambities is ertoe bijdragen dat de boodschap die ministers, virologen en topambtenaren brengen zo goed mogelijk gestroomlijnd wordt.’ Op de vraag van De Tijd-interviewers ‘Van sommige zaken weten we al maanden dat ze moeten gebeuren. Er zijn veel besmettingen in de allochtone gemeenschap, vaak omdat die mensen te weinig op de hoogte zijn van de maatregelen. Waar blijft de al maanden beloofde ‘doelgroepencommunicatie’?’ blijft Facon het antwoord schuldig omdat hij nog maar tien dagen zijn nieuwe functie bekleedt. Een behoorlijk flauw excuus gezien zijn antecedenten. Blijkbaar vond de voorbije acht (8!) maanden niemand het binnen de politieke overheid en de ambtenarij de moeite waard aan doelgroepencommunicatie de vereiste aandacht te besteden. Eigen besognes eerst. O tempora, o mores! De conclusie tot dusver blijft snoeihard. Door eigenwaan en lafheid heeft het superieure Europa, België op de eerste plaats, het laten afweten in plaats van lessen te trekken uit de Chinese ervaring, uit de Zuid-Koreaanse, uit de Japanse. Wij betalen met zijn allen de prijs voor het nauwelijks gesanctioneerd wangedrag van losbollen, de afwijzing van integratie door de migratiegemeenschappen en de nalatigheid van de overheid op alle fronten. Blinde willekeur is het gevolg, zoals restaurants en cafés, maar ook de kleinhandel in de steden, tot hun schade mogen ondervinden. Zolang iedereen dat gelaten ondergaat, is er voor de politici, de bewindvoerders in het bijzonder, niets dat hun ambities in de weg staat, zowel wat betreft de partij als persoonlijk.
Krijgt een volk echt de politici en ministers die het verdient? Dan zitten we nu in de achtste kring van het ‘Inferno’ dat Dante Alighieri heeft beschreven in zijn allegorisch epos ‘La Divina Commedia’. Dante noemt die kring de ‘Malebolge’, de buidels van het kwaad. Hier verblijven o.m. de verleiders en de vleiers, de corrupte politici en ambtenaren, de huichelaars en de kwade raadgevers. Frank Van Massenhove, gewezen voorzitter FOD Sociale Zekerheid, in zijn column in De Tijd van 17/10/2020: ‘Gewezen minister Maggie De Block liet de strategische voorraad mondkapjes verbranden omdat ze langer opslaan te duur vond en ze bovendien geen geld veil had om een nieuwe voorraad aan te leggen. Ambtenaren weten dat bijna elke ministeriële beslissing - tenzij de uitrusting en de lonen van de eigen kabinetten - sinds 2008 met dezelfde bekrompen mentaliteit en miskenning van toekomstige gevaren is genomen. Ambtenaren wisten al jaren dat elke regering sinds 2008 daardoor naliet de burgers te beschermen tegen misdadigers, natuurrampen, aanslagen, epidemieën, fijnstof, zelfdodingen, geestelijk lijden, armoede en verkeersongevallen, om maar enkele te noemen’. De inwoners van dit koninkrijkje aan de Noordzee zijn zowat murw geslagen door het jarenlange politieke gekrakeel, grijnzend gevoed door mainstreammedia die gekissebis najagen eerder dan duiding. De burgers zijn apathisch geworden, indolent. Ze laten zich zonder morren door de overheid aanspreken op een infantiele manier, als wilsonbekwame kleuters. ‘Klein klein kleutertje, wat doe je in mijn hof, je plukt er alle bloempjes af, je maakt het veel te grof’. Foert. Het kan de meeste burgers niets meer schelen. Daardoor spelen ze in de kaart van de oligarchie die ons bestuurt en de facto bang is van het oordeel van de kiezer over haar beleid. Ze wantrouwt het in haar ogen onwetende klootjesvolk. Zowel het kiessysteem als de wet op de verkiezingsuitgaven versterkt de greep van de particratie op de verkiezingen, waarvan de uitslag ondergeschikt is aan de gevestigde belangen. Democratie, hoe onvolmaakt en wispelturig ook, moet je nu eenmaal verdienen en voortdurend onderhouden. Zorgvuldig, alert, kritisch, mondig, argwanend, volwassen. Politiek nihilisme, extremisme en populisme bieden niet het minste alternatief. Werk aan de winkel. Als we de waarden van de Verlichting zachtjes laten uitdoven, we allemaal ‘woke’ moeten zijn (politiek hypercorrect) en de ‘cancel culture’ moeten laten prevaleren (opponenten uitsluiten uit het maatschappelijk debat), maken we de weg vrij voor een sluipend en sissend totalitair gedachtengoed waarin hypocrisie een deugd is de vrije meningsuiting een luxe voor wie het zich kan permitteren.
Koosjer was het drieste optreden van Grote VRT-Manitou Lembrechts in geen geval.
Als slot en in een vergelijkbaar register een saluut aan Bart De Pauw en zijn echtgenote Ines De Vos. Op 7 november 2017 werd de 30 jaar lange samenwerking tussen de VRT en presentator, acteur en regisseur Bart De Pauw stopgezet na getuigenissen van seksueel grensoverschrijdend gedrag, waarvan initieel twee vrouwen die met hem hadden samengewerkt, hem beschuldigden in een rapport, binnen de openbare omroep opgesteld door manager beroepsethiek Diane Waumans en op 30 oktober 2017 overhandigd aan toenmalig ceo Paul Lembrechts, nadien aangevuld door preventieadviseur Tilly Saeys. In een door activistische actrice Hilde Van Mieghem (in 2017 Vrouw van het Jaar volgens Knack) met sardonisch genoegen opgeklopte #MeToo-sfeer werd olijke Bart door de usual suspects zonder veel omhaal aan de schandpaal genageld. Trial by media en standrechtelijke executie. Of hoe moeten we de broodroof van hem en de toen ruim twintig medewerkers van zijn productiehuis Koeken Troef! anders interpreteren? Christine Mussche, advocate van de vermeende slachtoffers en goed geïntroduceerd bij de VRT waar ze bij Canvas met animo haar ‘personal branding’ verzorgt, kreeg in duidingsprogramma’s als Terzake ruimschoots de gelegenheid cliënten te ronselen. Kop-van-jut De Pauw incasseerde de volle laag van een rood aangelopen Paul Lembrechts die met zijn aantijgingen duidelijk in overdrive ging. Onstuimige Bart had de euvele moed gehad op 9 november zelf met een videoboodschap op Facebook in het offensief te gaan nadat de VRT-hoofdcamembert hem en zijn echtgenote Ines na een dovemansgesprek de deur had gewezen. Daarop lanceerde Porky Lembrechts op radio en televisie en via de trouwe acolieten bij de geschreven pers, zonder bewijsvoering een campagne tegen De Pauw met beschuldigingen van het versturen van ‘honderden expliciete en pornografische berichten’ binnen een ‘patroon van amoureuze avances die onschuldig starten, maar escaleren en overgaan in een vorm van stalking’. Belaging of stalking is niet gering, het is een strafrechtelijk vervolgbaar misdrijf (art. 442bis van het Strafwetboek), dat hier op eigen initiatief de tussenkomst van het Mechels parket heeft uitgelokt. Lembrechts en zijn entourage wilden flirterige grappenmaker De Pauw duidelijk professioneel kaltstellen. Een vileine karaktermoord. Koosjer was het drieste optreden van Grote VRT-Manitou Lembrechts in geen geval. Of hij daarbij geadviseerd werd door filmproducent en toenmalig VRT-consultant (expert internationale coproducties) Helen Perquy, is vooralsnog onduidelijk. De Pauw (70% van de aandelen) en Perquy (30%) hadden op 19 december 2008 samen de BVBA Koeken Troef! opgericht, maar na een erg hoogoplopend financieel geschil was de samenwerking op 29 november 2012 beëindigd. Was de hele affaire het uitwerken van rancune van Koeken Dame Perquy tegen Koeken Heer De Pauw? Na het stopzetten van hun samenwerking ging Perquy op 2 mei 2013 aan de slag bij het Brusselse productiehuis Caviar Films, dat in 2010 instond voor de productie van ‘Smoorverliefd’ (Nederlandse remake in 2013) en in 2017 voor ‘Sprakeloos’, beide films geregisseerd door Hilde Van Mieghem. Tussen 2014 en 2016 trad Helen Perquy namens Caviar Fims op als uitvoerend producent voor de televisieserie ‘Tabula Rasa’, waarin Hilde Van Mieghem dan weer als actrice een hoofdrol speelde. De reeks is door de VRT einde 2017 uitgezonden op Eén. Was het een georkestreerde afrekening, al op 14 oktober 2017 in gang gezet door venijnige Hilde in het Canvas-programma ‘Alleen Elvis blijft bestaan’? Heeft het te maken met haar dochter Marie Vinck, die in 2008 een rol speelde in de film ‘Loft’, waarvoor Bart De Pauw het scenario schreef? Is dit al dan niet een verhaal van intriges? De antwoorden op die vragen kunnen verhelderend zijn.
Ook volgens zijn eega Ines is vrijpostige Bart mogelijk verbaal en schriftelijk (sms) over de schreef gegaan, maar zonder de intentie te schaden. Te zwaar de flauwe plezante uitgehangen met berichten, van opdringerig tot vulgair. Of dat na meer dan twee en een half jaar gerechtelijk onderzoek voldoende grond is tot veroordeling, moet de correctionele rechtbank uitwijzen. De weerhouden beschuldiging luidt ‘belaging en elektronische overlast’. De Pauw wenst voor de rechtbank in elk geval de confrontatie aan te gaan met de dames die hem beschuldigen. ‘Voor het eerst zal ik context kunnen geven bij al die aantijgingen. Ik zal mijn verantwoordelijkheid nemen als zou blijken dat ik ergens in de fout ben gegaan, maar ik zal mij tot het uiterste verweren waar er gelogen is of waar ik ten onrechte in een slecht daglicht ben gesteld. Anoniem kan er veel verteld worden, maar straks in de rechtszaal zullen al die burgerlijke partijen hun aantijgingen persoonlijk moeten komen uitleggen en worden hun verklaringen controleerbaar’ zei hij daarover op 8 september ll. Speelvogel Bart wordt verdedigd door gereputeerde advocaten John Maes en Michaël Verhaeghe. Tegelijk slaat het gezin De Pauw-De Vos via raadsman Stijn Verbist, docent overtuigingsleer en rechtsbescherming tegen de overheid UHasselt, terug naar de VRT en ex-ceo Paul Lembrechts met een ingebrekestelling en een vordering tot betaling van 12 miljoen euro als vergoeding voor de geleden morele, commerciële en financiële schade. Deadliners BV, de privévennootschap van De Pauw, eist daarvan 5,5 miljoen euro wegens misgelopen inkomsten. In een persbericht van 9 oktober jl. geeft Ines De Vos aan dat er geen enkel objectief en concreet bewijs voorhanden was van de aanklachten die geleid hebben tot het onmiddellijk en integraal beëindigen door de VRT van de samenwerking met Bart De Pauw. De aanklachten zouden vooral gebaseerd zijn op twee twijfelachtige meldingen over beweringen van meer dan 10 jaar eerder. Volgens Ines De Vos werden er zelfs actief ‘slachtoffers’ geronseld, ‘waarbij anonimiteit werd gegarandeerd en de inhoud van de klacht niet werd bekeken, laat staan op een zorgvuldige en wettelijke manier onderzocht’. Pikant detail, het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM) betaalt de honoraria van Mr. Christine Mussche als raadsvrouw van de aanklaagsters. Adjunct-directeur Liesbet Stevens, docente seksueel strafrecht KU Leuven en woordvoerster van de betrokken dames, meent dat zoiets hoort bij de wettelijke opdracht van het instituut die erin bestaat slachtoffers bij te staan met raad en daad, dus ook juridisch, onder meer in rechtszaken die belangrijk zijn voor de gendergelijkheid of gerelateerd zijn aan het thema van seksuele intimidatie op het werk. Het IGVM is een federale overheidsinstelling die gefinancierd wordt met belastinggeld. Het komt er blijkbaar op aan Bart De Pauw zoveel mogelijk als hardleerse dader zonder schuldbesef weg te zetten nog voor een rechter zich ten gronde heeft kunnen uitspreken. Je krijgt hierbij toch het onaangename gevoel dat de strijd niet met gelijke wapens wordt gestreden, alvast niet wat de erelonen van de advocaten betreft (die Bart en Ines wel zelf dienen te dragen). Wie daarop wijst, krijgt het verwijt van ‘victim blaming’ naar het hoofd geslingerd. Benieuwd naar de vonnissen in beide rechtszaken, aangezien ze impact kunnen hebben op het reilen en zeilen van de zich almachtig wanende media. Uiteindelijk is dit ook het verhaal van het individu tegen de brutaliteit van een bureaucratische mastodont. Dat verdient respect, wat ook de uitkomst mag zijn.
Marc Peeters, 20 oktober 2020.
© Copyright en disclaimer. De informatie in dit document is met de meeste zorg samengesteld. Er zal niettemin geen enkele aansprakelijkheid worden aanvaard voor eventuele onjuistheden of enige schade daardoor geleden door de lezer.